Na eerder al Zilvermeeuwen in hun wintergebied te hebben
bezocht, zijn we (Naomi en Ronald) nu de Kleine mantelmeeuwen achterna gereisd. Vier dagen in de
omgeving van Huelva in Zuid-Spanje vormen het meest oostelijke deel van onze
route. Tips voor goede locaties kregen wij via een actieve lokale ringaflezer.
Deze regio heeft een paar eigenschappen die voor meeuwen aantrekkelijk
zijn. Brede stranden waar in deze tijd van het jaar weinig mensen komen,
uitgestrekte getijdengebieden, zoutpannen en actieve vissershavens liggen
vlakbij elkaar. Grote, compacte groepen meeuwen vormen zich langs de kust. Het
aflezen van ringen in zulke groepen vormt een lonende uitdaging. Meeuwen uit
allerlei landen komen hier samen, waardoor ringen van vele projecten te zien
zijn.
Strand Marismas de Odiel
Vanuit onze delta duiken hier veel individuen op. Wij
troffen er in vier dagen tijd ruim
twintig. Twee meeuwen uit de kolonie in Vlissingen, vier uit de Moerdijk, acht
uit de Europoort/Maasvlakte, zes uit Zeebrugge en twee van andere locaties in
de delta. Een eerste kalenderjaar vogel van de Maasvlakte die wij kort na het uitvliegen
op de drukke stranden bij Den Haag hadden gezien, bleek in de groepen hier één
van de minder schuw vogels. Wij troffen deze meeuw drie keer aan en hadden
weinig moeite hem af te lezen.
De kolonies in onze delta zijn allemaal gelegen in en om
industriële zeehavens. Het nationaal park Marismas del Odiel ligt letterlijk
onder de rook van Huelva, eveneens een grote zeehaven. Oppervlakkig doet het
daardoor denken aan de broedgebieden, hoewel het een andersoortig ecosysteem
betreft. Het park is een getijde gebied aan de monding van de rivier Odiel, een
prachtig gebied voor allerlei soorten vogels. Wij zagen er vele steltlopers, Purperreigers
en Grielen. Andere geringde soorten waren Audouins meeuw, Geelpootmeeuw,
Reuzenstern, Zilverplevier, Lepelaar (ook uit Nederland), Wulp en Flamingo. Al
met al een bestemming die de moeite waard is om te combineren met een reis door
de Algarve of Andalusië. Nationaal park Coto de Doñana en Sevilla liggen op nog
geen uur rijden voor wie meer van Spanje wil zien.