Het gaat om het mannetje kleine mantelmeeuw W[7.V] en zijn nakomeling W[9.V].
W[7.V] is op 25 mei 2012 geringd op het sluizencomplex van Amerongen (Utrecht). In deze binnenland kolonie broeden enkele tientallen paren kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw. Tijdens deze ringactie had W[7.V] 3 eieren. Op 27 juni 2012 is W[9.V] geringd. Door waarnemingen van PieterGeert Gelderblom is de ouder-kindrelatie in de loop van juli vastgesteld. Dit is gebeurt middels waarnemingen van bedelen en uiteindelijk gevoerd worden in de kolonie. Op 26 augustus hebben beide vogels weliswaar de kolonie verlaten maar worden zij wel samen gespot nabij Houten in de Honswijkerwaarden (Utrecht). Ook hier wordt de ouder-kind relatie nog eens bevestigd door waarnemer Bram Borkent.
Bram weet beide vogels op de plaat te zetten en tot 13 oktober horen we niks meer van dit duo.
W[7.V] 26-08-2012 Houten, Honswijkerwaarden (Bram Borkent)
W[9.V] 26-08-2012 Houten, Honswijkerwaarden (Bram Borkent)
Op 13 oktober ziet Miguel Juan in een rustende groep van 2.000 kleine mantelmeeuwen beide vogels terug, weliswaar niet direct naast elkaar maar wel in een sub-groep van de in totaal 10.000 verblijvende kleine mantelmeeuwen op deze vuilstortplaats. Pinto ligt op een hemelsbrede afstand van zo'n 1.600 km van Amerongen waar W[9V] uit het ei kroop eerder dit jaar. Het is voor mij het eerste geregistreerde geval van een familierelatie die op zo'n grote afstand van de geboorteplaats nog bij elkaar is. Doorgaans gaan meeuwen vrij vlot na het broedseizoen hun eigen weg, om elkaar dan in het voorjaar weer in de kolonie aan te treffen. Het prikkelt eens te meer om meer gericht jongen van geringde ouders te ringen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten